§3.3 Hofstede

Geert Hofstede is een bekend Nederlands onderzoeker naar de waarden in een cultuur. Hij deed veel onderzoek naar welke verschillen er zijn tussen waarden in een cultuur. Om culturen te vergelijken introduceerde hij de 5 dimensies machtsafstand, individualistisch vs collectivistisch, masculien vs feminien, onzekerheidsvermijding en termijngerichtheid. Hierover lees je alles in het boek in §3.3 en hieronder nog eens.

Geert Hofstede heeft een zoon, Gert Jan Hofstede, die ook onderzoeker is. Hij werkt ook deels in het vakgebied van zijn vader, want hij houdt zich onder andere bezig met culturele stabiliteit en verandering. Hij heeft zijn vader geïnterviewd over zijn werk en wat hij heeft gevonden in zijn onderzoek. Hij geeft hierbij ook voorbeelden bij de dimensies, zoals het verschil tussen Franse en Duitse studenten (17e minuut).

Op de website van Hofstede is veel te vinden over wie hij is en wat hij heeft gedaan. Hij begon met een onderzoek naar het meten van sociale afstand, frustratie onder werknemers, hoe ze naar hun baas kijken, voorspellers van stress en tevredenheid en nog veel meer. In 1979 publiceerde hij zijn onderzoek over de machtsafstand in 40 verschillende landen en zijn volgende publicaties betreffen vrijwel allemaal onderzoek naar verschillen tussen culturen. Er gingen jaren aan onderzoek vooraf voordat hij met zijn Dimensies van Hofstede kwam.

De dimensies van Hofstede

(Uit de tekst van de syllabus, eindtermen)

Landen en culturen verschillen qua waarden, normen en opvattingen,  bijvoorbeeld in het gezin en op school. Hofstede onderscheidt vijf dimensies,  waarop je culturen van elkaar kunt onderscheiden.

  • Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand; Dit is de mate waarin minder machtige leden van bijvoorbeeld gezin, school of organisaties in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.
  • Individualistisch versus collectivistisch; Er is sprake van collectivistische samenlevingen als in een samenleving het groepsbelang prevaleert boven het individuele belang en individuen vanaf hun geboorte opgenomen worden in sterke, hechte groepen. Van individualistische samenlevingen is er sprake als het belang van het individu uitgaat boven het belang van de groep en de onderlinge banden tussen de individuen los zijn.
  • Masculien versus feminien; De verschillen tussen mannen en vrouwen in hun sociale rollen verschillen tussen landen. Een samenleving is masculien als emotionele sekserollen duidelijk gescheiden zijn en feminien als sekserollen elkaar overlappen.
  • Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding; Dit is de mate waarin de dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties16. Dit gevoel wordt onder andere uitgedrukt in stress en in de behoefte aan voorspelbaarheid; aan formele en informele regels.
  • Langetermijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid;  Langetermijngerichtheid staat voor het streven naar beloning in de toekomst, vooral door middel van volharding en spaarzaamheid. Kortetermijngerichtheid verwijst bijvoorbeeld naar deugden als respect voor traditie, het voorkomen van gezichtsverlies, en het voldoen aan sociale verplichtingen.

Kritiek op de studie van Hofstede richt zich op het statische en stigmatiserende karakter dat deze benadering zou hebben. Dat wil zeggen: de dimensies gaan alleen over de gemiddelde (dominante) cultuur in een land en dat maakt de dimensies star. In elk land zijn natuurlijk subculturen en maken mensen individuele keuzes. ‘De’ Nederlander bestaat niet en er zijn grote verschillen tussen verschillende subculturen of regio’s in Nederland. Maar het verschil tussen de gemiddelde Nederlander en de gemiddelde Belg is groter.

terug naar hoofdstuk 3naar de Paralympics (§3.5)