§10.1 De protestgeneratie en de Provo’s

De protestgeneratie is de generatie mensen die geboren is tijdens de zogenoemde Babyboom, de geboortegolf vlak na de Tweede Wereldoorlog. Ze groeiden op in een tijd zonder armoede en waarin de welvaart steeg. Als jongeren waren ze bezig met zelfontplooiing, emancipatie en duurzaamheid. Zo waren ze kritisch op de gevestigde orde en protesteerden ze tegen de machtsverhoudingen.

Een van de bewegingen waren de Provo’s. Hun naam was afgeleid van het woord ‘provoceren’, dat letterlijk ‘door woorden of daden uitlokken van ongeoorloofd gedrag’ betekent. Hierbij was dat uitlokken gericht op de politie. Provo werd in 1965 opgericht door een filosoof, een drukker en een uitvinder en verzette zich tegen instituten als de kerk, het leger en de staat. Ze richtten zich op het ‘provotariaat’: studenten, kunstenaars, werklozen en moesten niets hebben van de rijke burgerij.

Een van de acties van de Provo’s was het zogenoemde witte fietsenplan. Het idee was om deze fietsen gratis aan te bieden als transportmiddel in de stad. Dit paste bij hun duurzame visie, want ze wilden hiermee de luchtvervuiling van de auto’s in het centrum van Amsterdam tegengaan. Echt slagen deed het plan niet, maar de symbolische boodschap kwam wel over. De witte fiets stond symbool voor een wenselijke inrichting van de stad. Later volgden ook het witte huizenplan (tegen de woningnood) en het witte schoorstenenplan (tegen milieuvervuiling).

Deze ‘witte’ plannen waren er om het gemeenschappelijke gebruik van goederen te stimuleren. Een andere actie die de Provo’s hebben gedaan, is het uitdelen van krenten op straat. Dit stond symbool voor de krenterigheid van de Nederlandse samenleving.

Vandaag de dag wordt op een andere manier geprotesteerd, zegt sociologe Jacqueline van Stekelenburg tegen de NOS. In plaats van demonstraties en rellen, zijn er nu petities, flashmobs en hashtags. Volgens de sociologe is de manier van protesteren veranderd, waardoor het soms misschien lijkt alsof het minder is. Maar ook nu is er tot op zekere hoogte nog wel sprake van een protestgeneratie.

terug naar hoofdstuk 10naar politieke socialisatie in Noord-Korea (§10.2)