§13.2 Achterstand op de arbeidsmarkt

In §13.2 las je over mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De groep niet-westerse allochtonen is een van de groepen in de samenleving die relatief vaak werkloos zijn. Ze worden minder vaak op sollicitatiegesprek uitgenodigd, waardoor ze een kwetsbare maatschappelijke positie hebben. In het tweede kwartaal van 2018 was 8% van de beroepsbevolking met een niet-westerse achtergrond werkloos, terwijl dit onder de Nederlandse beroepsbevolking maar 3,2% was. In de grafiek hieronder zie je de werkloosheid naar migratieachtergrond. De niet-westerse migratieachtergrond is daarna nog uitgesplitst in Marokko, Turkije, Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba en overig.

Bron: CBS

Tegenwoordig wordt in plaats van het woord ‘allochtoon’ het woord ‘migratieachtergrond’ gebruikt. Niet-westerse allochtonen worden in de tabel daarom mensen met een niet-westerse migratieachtergrond genoemd, maar het komt op hetzelfde neer. Verder kun je in de grafiek vinden dat mensen afkomstig uit Marokko het minst werkloos zijn onder de groep mensen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Soms worden er verklaringen gegeven voor het verschil in werkloosheid tussen mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Het opleidingsniveau van ouders bijvoorbeeld, zou onder de groep met een niet-westerse migratieachtergrond lager liggen en dat zou verklaren waarom zij meer werkloos zijn. Lageropgeleiden zijn immers vaker werkloos dan hogeropgeleiden. Daar gaan we later op deze pagina dieper op in. In 2016 bleek uit onderzoek van de Universiteit Maastricht dat deze verklaringen niet opgaan. Ook als jongeren gelijke kwalificaties hebben, dus een gelijk opleidingsniveau en eventuele werkervaring bijvoorbeeld, komen jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond moeilijker aan een baan.

Naast migratieachtergrond, speelt ook opleidingsniveau een rol. Over het algemeen kun je zeggen dat hoe hoger opgeleid, hoe minder werkloos. In het tweede kwartaal van 2018 was 6,6% van de lageropgeleide beroepsbevolking werkloos, onder middelbaar opgeleiden was het 3,6% en onder hoogopgeleiden 2,5%. In de tabel hieronder zie je de ontwikkeling van de werkloosheid over de laatste jaren.

Bron: CBS

Uit de tabel kun je opmaken dat laagopgeleiden qua werkloosheid het meest last hebben gehad van de crisis. Tussen 2008 en 2014 nam de werkloosheid in deze groep het meest toe. Na 2014 is het werkloosheidspercentage van laagopgeleiden ook het meest gedaald van alle groepen: van 12,2% naar 8,3% in 2017.

Als je meer wilt weten over de werkloosheid onder jongeren en ouderen en de verschillen tussen mannen en vrouwen, kijk dan op deze pagina van het CBS. En kijk op deze pagina als je benieuwd bent naar de werkloosheid in Nederland naar regio. Wat denk jij, is er meer werkloosheid in Noord-Holland of in Zeeland?

Sommige mensen kunnen niet zonder ondersteuning werken op de arbeidsmarkt. Denk hierbij aan mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. De overheid heeft daarom de Participatiewet ingesteld, om deze mensen te helpen om werk te vinden.

terug naar hoofdstuk 13naar selffulfilling prophecy en het Thomas-theorema (§13.2)