§11.5 Veranderingen afgelopen decennia

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
Er zijn drie keer zoveel Nederlanders als een eeuw geleden, zes keer zoveel huizen, de levensverwachting is met 2/3 toegenomen en huishoudens bestaan uit de helft van het aantal mensen. Dit komt mede door de verzorgingsstaat die ervoor heeft gezorgd dat mensen zorg krijgen en verzekerd zijn. De Koning zei in zijn Troonrede in 2013 echter: “Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving”. Kort gezegd zijn er twee ontwikkelingen die ervoor zorgen dat we van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving gaan: Nederlanders moeten steeds zelfstandiger worden en de overheid moet gaan bezuinigen.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau schreef een essay waarin ze beschrijven hoe die participatiesamenleving er dan uit kan zien. Daarin worden vier terreinen van participatie genoemd: mantelzorg, vrijwilligerswerk, arbeid en beleidsbeïnvloeding. Beleidsbeïnvloeding gaat over meebeslissen, het uitoefenen van invloed. Een voorbeeld is stemmen op een politieke partij bij de gemeenteraadsverkiezingen of de Tweede Kamer verkiezingen.

Voorbeelden waarin je kunt zien dat dat de verzorgingsstaat wordt ‘afgebroken’:
– In 2005 is de wet over arbeidsongeschiktheid veranderd van WAO naar WIA (Wet werk en inkomen naar Arbeidsvermogen). Mensen werden nu beoordeeld op wat ze nog wel konden doen in plaats van op wat ze niet konden.
– In 2011 is besloten om de AOW-leeftijd te verhogen zodat mensen niet meer op hun 65ste met  pensioen gaan maar pas op latere leeftijd.
– In 2015 is er een nieuwe wet voor de studiefinanciering gekomen. Studenten krijgen geen basisbeurs meer zoals tot 2015 gebruikelijk was. Zij kunnen nu een ‘studievoorschot’ van de overheid lenen tegen gunstige rentetarieven.

De Nederlandse samenleving en cultuur
In de 21e eeuw is de multiculturele samenleving onder vuur komen liggen. De aanslagen op het WTC op 11 november 2001 waren een belangrijk moment daarbij. Hierdoor nam de angst voor islamitisch terrorisme toe. Als één van de eerste politici sprak Pim Fortuyn hier vrij over. Hij heeft echter nooit in de Tweede Kamer gezeten. Hij werd namelijk vlak voor de verkiezingen van 2002 vermoord door een dierenrechtenactivist. Dit was de eerste keer in de Nederlandse geschiedenis dat een politicus werd vermoord vanwege zijn opvattingen en dat was schokkend.

Ook de vraag van Geert Wilders in 2014, of mensen ‘meer of minder Marokkanen‘ wilden, is tekenend hierin. Het leidde namelijk tot een publiek dat ‘minder, minder, minder’ riep. Veel mensen vonden dat dit te ver ging, en politici namen afstand van deze uitspraak. Ook voor sommige PVV politici ging dit te ver. Veel mensen in het land deden aangifte tegen Geert Wilders omdat hij hen beledigd had of omdat ze vonden dat hij aanzette tot haat en discriminatie.

De vraag rees wat nu eigenlijk de identiteit van Nederland was. De WRR schreef in 2007 een rapport waarin ze de regering adviseerde om te gaan spreken over meerdere vormen van identiteit, in plaats van over ‘de Nederlandse identiteit’. Het streven naar één identiteit zorgde voor minder cohesie tussen mensen, in plaats van voor een gevoel van eenheid en dus meer cohesie. Een andere ontwikkeling hierbij is dat de term ‘allochtoon’ eind 2016 is vervangen omdat het een te negatieve klank had gekregen, en dat we nu praten over iemand ‘met een migratieachtergrond’.

Hoe de ontwikkeling rondom integratie verder gaat is de vraag. Het kan zijn dat nieuwkomers in het proces van integratie steeds meer participeren in de Nederlandse samenleving. Als ze zich daarbij ook de Nederlandse waarden en normen eigen maken zal er steeds meer een monoculturele  samenleving ontstaan. Het kan ook zijn dat nieuwkomers wel participeren maar hun eigen taal en cultuur behouden, dat is dan meer een multiculturele samenleving.

De toekomst van Europese samenwerking
Ook Europa speelt een rol in de Nederlandse samenleving, omdat we lid zijn van de Europese Unie. Een samenwerkingsverband waarover de afgelopen jaren meer discussie is ontstaan. Moeten we een soort ‘United States of Europe’ worden en dus juist nauwer gaan samenwerken, of moeten de lidstaten meer individuele vrijheid krijgen?

Een land dat meer vrijheid wilde is het Verenigd Koninkrijk, dat daarom in 2016 besloot om uit de Europese Unie te stappen. Dit ging via een raadgevend referendum, waarbij 51,9% van de bevolking stemde voor het verlaten van de EU. Deze ‘Brexit’ had veel gevolgen en het Britse parlement kon het niet eens worden over een akkoord over de manier van uittreding uit de Europese Unie. Op 29 maart 2017 werd het officiële verzoek tot uittreding ingediend bij de EU en vanaf dat moment heeft een land 2 jaar om alles te regelen. Op deze pagina van de NOS kun in vraag- en antwoordvorm alles lezen over de Brexit en wat er bij komt kijken. 

De voorzitter van de Europese Commissie, Juncker, presenteerde in 2017 vijf scenario’s over de toekomst van Europese samenwerking. Deze scenario’s varieerden van ‘Op dezelfde voet verder gaan’ aan de ene kant, tot ‘Veel mee samen doen’ aan de andere kant. De veranderingen op deze pagina zijn een greep uit het grote aantal veranderingen dat zich de afgelopen decennia heeft afgespeeld. Er zijn er natuurlijk nog veel meer en het is de vraag hoe we over 10 jaar terug kijken op deze processen. Zouden er dan nog meer landen zijn uitgetreden uit de EU? En hebben we dan in Nederland meer een monoculturele of een multiculturele samenleving?

terug naar hoofdstuk 11naar hoofdstuk 12